Ik had er eigenlijk nooit meer aan gedacht. Maar opeens drong het beeld zich in alle hevigheid weer op. Die twee vuilniszakken die ik opengescheurd op de grond zag liggen, achter een groot kraakpand midden jaren ’80. Ik zie het zo weer voor me alsof het gisteren was.
Studieboeken, tijdschriften, een verwassen knuffel, een blikje, een medaile, brieven, een trui, een stripboek, een pasfoto in een lijstje waar het glas uit was en van die spullen die altijd op een fruitschaal eindigen omdat je nooit weet wat je er mee moet maar het ook niet weg kunt gooien. En een kleurenfoto, zo’n verplichte blije schoolfoto van een blonde jongen met sproeten en een voorzichtig gezicht.
Dit was niet zomaar afval, hier lag een leven van iemand die zelf had besloten er uit te stappen.
De zakken waren opengereten. Mensen hadden als gieren de bruikbare, kostbare spullen er uitgeroofd en de persoonlijke zaken achter gelaten als waardeloos afval.
Een intens verdrietig en eenzaam beeld. Past een leven gewoon in twee vuilniszakken?
Het heeft me toen weken bezig gehouden. Maar zoals dat gaat met nare beelden was het inmiddels ver achter in mijn geheugen geraakt. Totdat ik de foto-tentoonstelling van Huis Marseille bezocht.
Dat beeld en dat zelfde gevoel drongen zich onmiddellijk aan mij op toen ik de foto’s van fotograaf Eddo Hartmann bekeek. Zijn serie ‘Hier woont mijn huis’ is een stomp in je maag. De meest waanzinnige interieuren van een statig grachtenpand. De tijd lijkt er te hebben stilgestaan en de schoonheid staat in enorm contrast met het verwrongen leven dat zich daar moet hebben afgespeeld. Beelden laten zich hier moeilijk in woorden vatten.
Ook hier hebben mensen, in dit geval curatoren, de waardevolle spullen weggehaald en wat overblijft is dat hele persoonlijke, genadeloos en systematisch vast gelegd door de fotograaf. Die ooit dat zelfde huis als kind is ontvlucht met zijn moeder en broer. De foto’s zijn voor hem een confrontatie met zijn gewelddadige jeugd wat de foto’s nog meer wrangheid en diepte geeft. Maar ook zonder die informatie spreken de beelden helemaal voor zichzelf. Zijn eigen kindertekening vind hij na 21 jaar terug op de muur van zijn oude kamer. Bizar.
Maar niet alleen de foto’s van Eddo zijn de moeite waard, een verdieping verder laten de foto’s van Elspeth Diederix je opnieuw naar de schoonheid van iets alledaags kijken. Wat dan toch ook weer als een raar contrast voelt als ik deze foto-series zo na elkaar bekijk. De schoonheid van een petfles staat hier tegenover de schoonheid van de vuilheid, de eenzaamheid en het verdriet. Enfin het bleef nog lang onrustig in mijn hoofd….
En dat is toch precies wat je wilt dat gebeurt als je naar kunst kijkt. Ik wil maar zeggen, het is fijn onderduiken en mijmeren in Huis Marseille.
Gaat dat zien: huismarseille.nl